Radiologische beeldvorming

Samenvatting

Modaliteit Donker Grijs Helder
RX hoog translucent ? laag translucent
RX radiolucent ? radiopaak
CT lage attenuatie ? hoge attenuatie
CT hypodens isodens hyperdens
US hypoechogeen isoechogeen hyperechogeen
US hyporeflectief isoreflectief hyperreflectief
MRI hypointens isointens hyperintens
Modaliteit Lucht Vet Weke delen Bot Vloeistof
RX radiolucent tussenin radiopaak
CT -1000 -100 positief 700+
US / hyperechogeen / anechogeen
MRI T1 hypointens hyperintens hypointens hypointens
MRI T2 hypointens hypointens hypointens hyperintens

1 Projectieradiologie - RX

  • componenten
    • rontgenbuis
      • buisspanning: kathode (-) -> anode (+)
    • stralen
      • penetratievermogen
        • soort weefsel
        • (dosis)
        • golflengte
          • kort = harde stralen = meer penetratie
            • "weke delen" beeld
          • lang = zachtere stralen
            • "bot" beeld
    • detector
      • analoog (film)
      • digitaal
    • foto
  • vergroting
    • buis en detector op vaste afstand
    • lichaam dicht bij detector -> minimale vergroting
  • translucentie
    • zwart = hoog
    • lucht
    • vet
    • weke delen
    • bot
    • lood
    • wit = laag
  • fluoroscopie
    • continue doorlichting
    • snif test
      • paradoxale beweging diaphragma -> paralyse
    • angiografie
  • projectieradiologie
    • superpositie
    • vergroting
    • contrast
  • RX thorax
    • normaal
      • achter-voorwaarts (PA)
      • lateraal
    • bedlegerige patient
      • voor-achter (AP)
        • groter hart
          • oppassen met cardiothoracale index
            • normaal max 0.5
            • hier niet van toepassing
            • ook n.v.t. na harttransplantatie
  • RX abdomen
    • normaal
      • AP
        • staand
        • ruglig
    • bedlegerig
      • linkerzijlig (horizontale stralengang)
  • RX skelet
    • 2 foto's, loodrecht op elkaar
    • afwijkingen
      • donker: lytisch (afbraak)
      • licht: sclerotisch (aanmaak)

2 Doorsnederadiologie - CT

  • tomografie
    • conventioneel
      • niet meer gebruikt?
    • computertomografie (CT/CAT)
      • evolutie
        • 1974 (sequentiele) CT
        • 1989 spiral CT
        • 1998 multi detector (MDCT)
          • sneller
          • postprocessinng
            • multiplanaire reconstructies (wegens isotrope voxels)
            • 3D beeldvorming / volume rendering (VR)
            • CAD
              • nodule detectie
            • densiteitsmaskers (bv. voor emfyseem)
        • 2005 dual energy (DECT)
          • twee stralingsbronnen (loodrecht)
          • laag + hoog
          • jodium map voor perfusie
            • homogeen = goed
            • longembolen -> heterogeen
          • xenon map voor ventilatie
            • weinig gebruikt in praktijk
          • virtuele non-contrast beelden o.b.v. enkel contrast beelden
        • ___? (ultra) low dose CT
          • ALARA = as low as reasonably achievable
          • 6-7x lager
          • nog steeds veel hoger dan RX
        • 2021 photon counting
  • voordelen
    • hoog contrast
    • geen superpositie
    • dwarse doorsneden
  • nadelen
    • prijs
    • contrastmiddelen nodig
    • hogere stralingsdosis
  • attenuatie
    • zwart = laag
    • wit = hoog
    • omgekeerde van translucentie
  • Hounsfield unit (HU)
    • = CT nummer
    • -1000 lucht
    • -500 long
    • -100 vet
    • +0 water
    • +25 spier
    • +55 bloed
    • +200 weke delen
    • +700+ bot
  • windows
    • window width
    • window level (middelpunt)
    • botvenster
    • weke delen venster
    • luchtvenster
  • contrast
    • zie H5
    • fasen
      • voor contrast
      • arteriele fase
      • veneuze fase
      • laattijdig
  • CT fluoroscopy
    • twee modes
      • real-time = continuous
      • quick-check = intermittent
    • toepassingen
      • imaging guided needle biopsy
        • soms te diep om met echo te doen
      • coil plaatsen pre-op

3 Ultrasound

  • piezo-elektrisch effect
  • cf. echolocatie
  • transducer = probe
    • 1% verzenden
    • 99% ontvangen
    • probe marker
      • naar rechterzijde of hoofd patient
    • soorten transducers
      • curvilinear
        • low f
      • linear
        • high f
      • sectorieel / gefaseerd
        • low f
        • hersenen neonaten
      • intracavitair
        • high f
        • rectaal
        • vaginaal
  • eigenschappen golven
    • f
      • 1-20 MHz
      • hoger ~ meer details
      • lager ~ dieper
        • 200-220 golflengten
        • 1.0 MHz -> 30 cm
        • 2.5 MHz -> 12 cm
        • 5.0 Mhz -> 6 cm
    • T
    • (mm)
    • amplitude (dB)
    • vermogen
    • intensiteit
    • snelheid
  • interactie
    • attenuatie
      • bij langere afstanden
      • sneller bij hogere frequentie
    • reflectie
      • loodrechte invalshoek ideaal
      • effect van
        • weefseldichtheid
          • hoger ~ meer reflectie -> hyperechogeen (wit)
          • lager ~ minder reflectie -> anechogeen / hypoechogeen (zwart)
        • interface type
          • glad ~ meer reflectie
        • akoestische impedantie
          • dichtheid x geluidssnelheid
          • bepaalt transmissie vs reflectie
          • lucht: heel lage impedantie -> veel reflectie
    • (absorptie)
    • (refractie)
    • (scatter)
  • resolutie
    • spatial
    • temporal
  • modi
    • A amplitude modus
      • 1D: 1 scanlijn
      • grafiek: amplitude vs tijd
    • B brightness modus
      • 2D: meerdere scanlijnen in 1 afbeelding
      • helderheid ~ intensiteit echo
    • M motion modus
      • != doppler
      • verandering in tijd voor 1 scanlijn apart geplot
    • Doppler modus
      • = spectral analysis
      • toont
        • richting of snelheid van weefselbeweging
        • richting, patroon, snelheid bloedstroom
      • 3 types
        • color doppler
          • richting en snelheid bloedstroom
          • rood: naar probe toe
          • blauw: van probe weg
        • power doppler
          • enkel amplitude
          • doel: detectie beweging in lage stroomtoestanden
            • testiculaire/ovariele torsie
        • spectral doppler
          • grafiek: snelheid vs tijd
            • snel-traag-snel: arterieel
            • traag-traag-traag: veneus
    • extra
      • 3D beeldvorming
      • 4D: 3D + tijd (realtime)
        • pret echo's
  • voordelen
    • ...
  • nadelen
    • kan niet door bot of lucht
    • hangt sterk af van ervaring onderzoeker
  • weefsels
    • vocht: anechogeen
    • vet: hyperechogeen
    • lucht: slagschaduw
    • kraakbeen/bot: slagschaduw
  • artefacts
    • accoustic shadow na high attentuation
    • enhancement na low attenuation
    • scatter due to gas

4 MRI

  • 2003
  • componenten
    • magneet
      • low field (<= 1.5T)
      • high field
      • ultra-high field (>= 7T)
        • research
    • coils
  • kernspin
  • waterstof -> proton
    • spins aligneren door magnetisch veld
  • EM straling
    • "aangeslagen kernspin"
    • daarna relaxatie
      • veel H+ -> trager
      • T1: verval longitudinale component
        • hyperintens
          • vet
        • hypointens
          • bot
          • lucht
          • CSF (!)
          • urine
      • T2: verval transversale component
        • hyperintens
          • hoog watergehalte
            • CSF (!)
            • oedeem
        • hypointens
          • bot
          • lucht
          • vet
  • beperkingen
    • geen ferrometalen
      • goud OK
      • opletten voor
        • prothesen (voor 1990)
        • pacemakers
        • spiraaltjes
        • neurostimulatoren
        • insulinepompen
        • metalen kunsthartkleppen
        • cochleaire implantaten
    • betaalkaarten gewist
  • voordelen
    • heel hoog contrast
      • zonder extra contrastmiddelen
    • sneden in alle richtingen
    • geen ioniserende straling
  • nadelen
    • prijs
    • claustrofobie
  • CT vs MRI beelden
    • witte vloeistof -> MRI (T2)
    • donker bot -> MRI
    • zenuwen zichtbaar -> MRI

5 Contrast

  • contrastmiddel (CM)
  • toediening
    • bloedbaan
      • v
      • a: angiografie
    • oraal
    • rectaal
    • vaginaal
    • varia
  • soorten
    • rontgen
    • voor echo
    • voor MRI
    • (voor nucleair)

Röntgencontrastmiddelen

  • soorten
    • positief
      • meer absorptie van straling (wit)
      • hoog atoomnummer
        • jodium
        • barium
    • negatief
      • lagere dichtheid dan weke delen
      • voorbeelden
        • lucht
        • CO2
Positieve contrastmiddelen
  • barium
    • maag/darm
    • contra-indicaties
      • postoperatief
      • perforaties
        • risico op barium peritonitis
  • gastrografine
    • oraal
    • oppassen voor longoedeem
      • via aspiratie (pt met slikproblemen)
      • via fistel
  • jodium: getriiodeerd benzeen
    • toepassingen
      • CT
      • angio
      • pyelografie
      • cystografie
      • fistulografie
      • ERCP
    • gebruik
      • verhogen contrast
      • karakterisatie
        • goedaardig
        • aard letsel
      • functionele info (excretiefunctie, ...)
    • kenmerken
      • ionisch vs non-ionisch
        • ionisch
      • monomeer vs dimeer
      • osmolaliteit
      • hoeveelheid I
      • viscositeit
    • nevenwerkingen ionische monomeren
      • hyperosmolaliteit (x3-x5 bloed)
      • toxisch
      • niet-anafylactoide
      • anafylactoide
      • enkel nog gebruikt voor niet-vasculaire toepassingen
    • nevenwerkingen algemeen
      • renaal: nefrotoxiciteit
        • verminderede nierfunctie (serum creatinine +25%)
          • "contrast-induced nephropathy" (CIN)
        • risicofactoren
          • deshydratatie -> hydrateren (oraal, IV)
          • diabetes
          • hartfalen
          • 70+
          • laag hematocriet
          • nefrotoxische medicatie -> 24u stopzetten
      • niet-renaal
        • lokaal vs systemisch
        • timing
          • acuut
            • mild
            • matig
            • ernstig
              • hypotensive shock
              • respiratory arrest
              • cardiac arrest
              • convulsies
          • laattijdig (1d - 1w)
            • huid
            • symptomatische behandeling
          • zeer laattijdig (1w+)
            • thyreotoxicose
        • anafylactoide reactie
          • dosis ONafhankelijk
          • als allergische reactie
          • snel
          • levensbedreigend
        • schildklier dysfunctie
          • jodium-induced hyperthyreoidie
          • permanante hyperthyreoidie
          • schildklierstorm (dodelijk)
        • zwangerschap en borstvoeding
          • door placenta en in moedermelk
          • wsl onschadelijk
          • toch best 12u geen borstvoeding geven
      • contrast extravasatie
        • paravasale injectie
        • normaal onschadelijk
        • verdwijnt vanzelf
        • oppassen voor weefselnecrose
    • excretie
      • renaal
      • extra-renaal (heel beperkt)
    • fasen
      • welke
        • pre-contrast
        • arterieel
        • veneus
        • (zeer) laattijdig
      • hoe herkennen?
        • zie aorta
          • pre: grijs
          • arterieel: wit
          • veneus: tussenin
        • zie lever
          • pre: grijs
          • arterieel: idem
          • veneus: helderder
Negatieve contrastmiddelen
  • vaak in combinatie met positief (dubbel contrast)
  • toediening
    • oraal
      • gasproducerende korrels
    • manuele insuflatie
    • CO2 via bloedbaan

Voor echografie

  • o.b.v. lucht
  • microbubbels
    • toediening via bloedbaan
    • fosfolipide mantel
      • breekt vanzelf af in longen na enkele cycli
    • gas
      • uitgeademd
  • wordt beperkt gebruikt

Voor MRI

  • hoog intrinsiek contrast
  • dynnamic contrast enhanced (DCE) MRI
    • CM: gadolinium
      • 7 ongepaarde elektronen
    • verkort relaxatietijd (T1 en T2)
      • vooral merkbaar bij T1
        • positief contrastmiddel
        • perfused tissues worden helderder (hyperintens)
  • positief contrastmiddel
    • T1
    • helderder
  • negatieve contrastmiddel
    • T2
    • donkerder
  • classificatie
    • samenstelling
    • toediening
    • magnetische eigenschappen
    • aanwezigheid/aard metaal
  • extracellulair
    • intravasculair -> extracellulair
  • oraal
  • orgaanspecifiek
    • typisch voor MRI (i.t.t. CT)
  • bloedpool
    • blijven intravasculair
    • enkel voor onderzoek bloedbaan